Verhaal van Pieke van der Schaaf
Ik merk dat men nog steeds op de voormalige Van Heutsz Compagnieën neerkijkt en op de jongens die daarbij dienden. Ik vermoed dat men eigenlijk jaloers en bang waren op die jongens van Van Heutsz. In ieder geval kregen we een goeie opleiding in het verdedigen van een object en hoe we ons moesten verdedigen in een persoonlijk contact. Oftewel het uitschakelen van de vijand met je handen. Ik heb in ieder geval veel aan gehad in mijn latere diensttijd bij andere onderdelen. Ik weet wel als men vroeger zij dat je diende bij de 425 Compagnie Van Heutsz in 't Harde, kreeg je gelijk een minderwaardige blik toegeworpen en stapte de persoon gelijk één pas terug, want die jongen van Van Heutsz waren toch asocialen en hun handjes zaten zéér los. Ook nu nog krijg je bij een gesprek of bij de vraag waar je zat in dienst nog weleens commentaar als je zegt dat je bij Van Heutsz zat. Vooral dat het tuig en een zooitje ongeregeld was.
U zult mij niet horen zeggen dat de jongens die ik trof bij 425 IBC uiterst brave lieden waren, maar als je ertussen zat viel het reuze mee. Het was een mengelmoes van vreemde snuiters met de meest uiteenlopende achtergronden, links en rechts waren de maten wat grof en hard in doen en laten, maar de meeste waren goudeerlijke en goede dienstmakkers. De slechte reputatie was wel een klein beetje terecht maar niet helemaal. Och het had ook zijn voordelen. Als je in de kantine met een groepje binnenkwam had je altijd een plaatsje aan de bar. Maar in sommige bars en PMT's en KMT's waren we niet altijd welkom. Wel als je alleen was, maar niet in een groep. Je wist maar nooit wat er zou gebeuren met je mooie meubels ed. Nou moet ik wel zeggen dat we vaak werden uitgelokt door de soldaten van andere onderdelen.
Zij vonden het blijkbaar leuk om ons uit te schelden voor waakhondjes en dan vooral op afstand. Zo kan ik mij herinneren dat toen onze peloton, welke weer eens stand-by was, en in volle pakking op weg was naar de hindernisbaan uit een raam van het gebouw, waar de 42 Tk.Bat ('t Harde) gelegerd was, enkele huzaren het weer zo nodig leuk vonden om ons toe te blaffen. De dienstdoende sergeant gaf ons de order 'Halt' en liet ons de pakking afdoen en wees enkele manschappen aan om op de pakking en op de wapens te passen en gaf de rest de opdracht hem in draf te volgen om de blaam op het schild van Heutsz te zuiveren. Hierdoor is er wat 'schade' ontstaan aan de kamer en aan enkele huzaren, maar ja wat moet je anders. De kazernecommandant was niet geheel te spreken over het voorgeval, maar kon wel inzien dat men toch wel wat moest doen om je naam te zuiveren. Maar voor de goede orde werden we allemaal gestraft met één dag licht arrest. Daarnaast had je als Van Heutszer de "plicht" om wacht te lopen bij een Site van de Amerikanen waar opslag van nucleair materiaal was. De zo genoemde SAS (Special Ammnition Storag) Waar zeer "waarschijnlijk" (99,9%) atoomgranaten van de Yanks waren opgeslagen. De site was gelegen was tegenover de huidige Lt. Gen. Tonnet-kazerne te 't Harde. Dit was de SAS Doornspijk. Maar ik heb die dingen nog nooit gezien, alleen maar grote kisten. Maar als die buiten de bunkers stonden waren de Yanks bloedje fanatiek en was alles in hoge paraatheid gebracht. We lagen dan met onze drie pelotons in een zgn. 'Egelstelling' om de plaats van Delict en moesten een ieder tegen- en aanhouden die daar niets te maken hadden. Drie pelotons, omdat er al één in op wacht stond. De buitenste ring werd dus door ons bewaakt en de binnenste ring door de Yanks, zijnde de 23e USAFAD (Us Army field Artillery Datachment) onderdeel van de 552e USAAG (US Army Artillery Group). Ook normaal waren die Yanks bloedje fanatiek, misschien had het ook wel te maken met de stelregel: "één foutje en je zit in Vietnam". Eén keer buiten de pot pissen en weg was je. Ja dan kan je beter wat fanatiek zijn en in Holland blijven, dan verrotten in de jungle van Vietnam of daar dood werden geschoten. Ik heb de lijsten gezien van die jongens die vermist werden tijdens een actie. Van de honderd zo'n 70%. Ja wat betreffend het wachtlopen was leuk, vooral overdag.
Dan zag je zo nu en dan nieuwsgierige toeristen verschijnen, die een verkeerde afslag hadden genomen en zo op verboden gebied kwamen. "Hé, kijk een militaire bunker. Gauw een foto nemen." En dan wij weer erop uit om die foto(film) in beslag te nemen. Wat soms weleens wat problemen gaf, maar qua woordenkeus verloren de meeste toeristen van de jongens Van Heutsz. Wachtlopen 's nachts was een ander verhaal. Nietsdoen. Stilstaan en koud hebben en slaperig zijn en daar kan ik van meespreken. Tijdens een controle van de wachtcommandant vond hij op zijn ronde, ondergetekende staande in het wachthokje in volle slaap met zijn dienstwapen onbeheerd naast zich. Deze werd dan ook in beslag genomen door de sergeant. Ondergetekende werd even later wakker gemaakt door de wachtpost op de korte slag, maar het was al te laat. Resultaat: vijf dagen verzwaard arrest (achter de tralies bij de wacht) en een weekend binnenblijven. Alleen het patrouille lopen rond het object was wel leuk. Het enige probleem was dat die klote everzwijnen het wachtwoord maar niet konden onthouden. Op een aanroep van ons, was hun respons altijd "Knor Knor". Er zijn dan ook verscheidende waarschuwingsschoten afgevuurd, waardoor het stand-by Peloton weer uit hun warme bedje werden gehaald en later weer ter onterechte zaken terug kon naar de kazerne.
Balen! En dan maar weer een rapportje schrijven. Het was maar goed dat men de patroonhouder niet in het wapen zat (zoals vroeger toen men met een doorgeladen geweer op wacht stond en patrouille liep) maar in de borstzak, zodat er enige tijd zat in het laden en het afvuren van het waarschuwingsschot. Hierdoor kwam er men er vaak achter dat met men weer contact had met de familie Zwijn en hoefde men later niet het wapen te poetsen. Gedurende mijn gehele diensttijd werden diverse gedeelten van onze taak regelmatig geoefend, waaronder het weghalen van het nucleaire materiaal uit de SITE, het mobiel beveiligen van het transport te velde, het inrichten van een SITE te velde en de beveiliging van de locatie vanwaar de nucleaire lading zou worden verschoten. Dit alles zou in oorlogstijd in het diepste geheim uitgevoerd worden. Vanzelfsprekend zou dit achter het front plaatsvinden en hierin zat gelijk ook de adder onder het gras. Buitengewone interesse van de vijand was te verwachten en als er door de vijand een aanval uitgevoerd zou worden op datgene wat door 425 IBC beveiligd werd, dan zou die aanval op vijandelijk gebied uitgevoerd worden door Russische commando’s. Daarnaast hadden wij oefeningen in beschermen van Honest Jones en de jongens van de 19 Art Comp. We hebben wij toch wel vrij vaak een cordon moeten leggen om de Hone Tjones. De Hone Tjones waren een soort raket waarop een Atoomgranaat op de neus konden worden 'geschroefd'. De heren van de 19e moesten vaak oefenen in het uitvoeren en gereedmaken van die dingen en het afschieten van die dingen. Wij hebben ons vaak blauw gelachen als er weer iets misging met het instelling brengen en het afvuren van die dingen. Zelf richten konden ze niet. De raket werd via een lanceergeleider ongeveer in de goede richting gepositioneerd en dan op hoop van zegen afgeschoten. Bij het proef afvuren van zo'n ding had een Ritmeester de kaart op zijn kop liggen, zodat de raket op een lagere school viel. Gelukkig was die net leeg. Maar ja dat heb je als het paard van een Ritmeester examen moet doen. Gelukkig waren de Russen onder de indruk van dit machtige systeem zodat het in het echt nooit gebruikt is.
Groetjes, Pieke van der Schaaf